Skip to main content

Schrijfsels

Toen het bos verdween

ISBN 978 90 8216 580 7

Spontane uitingen en herinneringen tijdens een omstreden boskamp

De Overasseltse en Hatertse Vennen, een veelzijdig en waterrijk natuurgebied. Na jarenlange discussies en voorbereidingen is de omvorming van bos naar open natuurgebied in 2013 uiteindelijk echt van start gegaan.

De columns die in deze bundel verzameld zijn, geven een weergave van de ervaringen in de aanloop naar en tijdens de hele operatie met het natuurbeheer in dit nu omgevormde natuurgebied.

Drijfzand en 49 andere verhalen

ISBN 978 90 8216 581 4

Voordat de hele operatie van omvorming van bos naar open natuurgebied in de Hatertse Vennen van start kon gaan, is een jarenlange strijd geweest tussen bewoners, recreanten en de natuurbeheerders. Het hele proces van omvorming heeft bijna een jaar in beslag genomen. Tijdens de laatste periode hiervan is dit boek tot stand gekomen.

In haar eerste boek Toen het bos verdween zijn de columns opgenomen die Machteld Meij tijdens de eerste fase van het project schreef. Dit boek bevat korte verhalen die soms maar zijdelings te maken hebben met het vennengebied en waarin ook humor, droefheid en weemoed doordringt. De verhalen zijn los van elkaar te lezen, maar vormen uiteindelijk een groot geheel, het lijkt wel een puzzel.

Machteld Meij (1951) is biologe en bewoonster van het vennengebied

Gast in het paradijs

ISBN 978 90 8216 582 1

Een volkomen uitgewoonde boerderij werd met veel geduld en liefde verbouwd en omringd door een oase van groen en bloemen.

In deze bundel korte verhalen over dieren en mensen die kortere of langere tijd in de paradijs konden of mochten verblijven.

Een greep uit columns van Machteld Meij
augustus 2013

Afscheid van het bos

Zeven jaar geleden hebben we onze bouvier als pup opgehaald bij de fokker in Rijkevoort. Onderweg op schoot werd het diertje erg onrustig en als een wolf begon ze te joelen. Erg verrassend omdat we nog nooit een hond hadden gehad die dit gedrag vertoonde. Gelukkig raakte ze al vrij snel gewend aan autorijden en vergat ze te joelen op de vele ritten omdat ze zich ook verheugde op de wandelingen buiten haar eigen territorium. Alleen als ze loops was, werd deze periode vergezeld van enkele nachtelijke huilbuien. Na een paar dagen nam ook dat weer af en konden we weer genieten van onze nachtrust.

Toen Belle bijna zeven was, ging er op een morgen plotseling iets mis. Schuimbekkend viel ze op de grond en haar hele lijf schokte. Een epileptische aanval. Gelukkig herstelde ze vrij snel en we besloten maar even af te wachten hoe zich dit zou gaan ontwikkelen.

De tweede aanval volgde een maand later en de volgende aanvallen kwamen steeds sneller achter elkaar. Ze kreeg niet meer de kans te herstellen. Gelukkig reageerde ze vrij snel op de medicatie, maar als bijverschijnsel ging ze weer……. joelen. ’s Morgens om vijf uur begon het gezang eerst met een zacht gebrom wat weldra aanzwol tot een luide joel. En dat een paar uur achter elkaar.

Het was zomer, dus vroeg licht. De vogels ontwaakten. We hebben een soort dienstregeling ingesteld, wie het eerst naar beneden zou gaan en wie met haar zou gaan wandelen.

Het heeft wel iets om zo heel vroeg het bos in te lopen en naar de nevels boven de vennen te kijken. Het bos dat weldra gesloopt zal gaan worden, omdat door hogerhand bepaald werd dat bos weer heide moest worden. Het bos waar we al meer dan zeven jaar voor geknokt hebben om het te behouden. Het bos waar onze kinderen speelden. Het bos waar we levend stratego speelden toen er nog schoolklassen bij ons op bezoek kwamen en die we enkele uren zoet moesten houden.

Het bos waar een paartje zwarte spechten in het voorjaar alleen maar oog voor elkaar heeft en elkaar achterna zit, bezeten door voortplantingsdrift. Het bos waar een kleine roestbruine eekhoorn verstoppertje speelt. Zelfs nu midden juli is het fluiten van de vogels in de vroege morgen een waar concert.

Al die mooie oude paden waar nu nog bomen en struiken groeien en die nu compleet verwoest zullen gaan worden. Het bos met de onderbegroeiing van varens en grassen en de rankende helmbloemen. Veel zal gaan verdwijnen en ik kan me er op dit moment nog geen enkele voorstelling van maken, hoe dat dan zal gaan voelen en hoe het er uit zal gaan zien. De ervaringen uit het verleden bieden weinig troost. Het duurt immers tientallen jaren voordat een nieuw natuurgebied het beeld krijgt dat de scheppers voor ogen hebben.

Die lange ochtendwandelingen zo net na zonsopgang maakten het wel mogelijk om alles nog een keer heel goed op te nemen. Zo was het al tientallen jaren geweest en het zal niet meer terug komen. Alles zou binnen een paar weken weg zijn.

1 september gaat het beginnen. Ik wil dan geen ochtendwandeling meer maken. Hopelijk is Belle tegen die tijd uitgejoeld.

Bermen

Ons natuurgebied bestaat deels uit bos, uit vennen, weilanden en zandpaden. Een deel van het bos is reeds omgevormd, een deel van het bos verdwijnt nu in een rap tempo. Het zicht op de vennen t vanaf de Walrickweg wordt geweldig. Zeker heel mooi als je er met de auto doorheen rijdt.

De beleving van de andere kant is heel anders. Waar vroeger het ven op hield, begon het bos. Het bos groeide weliswaar niet op een plaats waar het hoorde, maar het was wel aanwezig. Nu is het bos weg. Het beeld wordt doorsneden door verkeer. Van de fietsers zie je erg weinig. Van de vele koplampen van auto’s des te meer. Ook langs de Walrickweg langs het fietspad is erg goede verlichting aangebracht. Erg nuttig voor het verkeer daar. Nu is als een landingsbaan de bermverlichting zichtbaar in het landschap. Bij alle voorbereidingen hebben we daarover gesproken. Het zou meegenomen worden.

Langs de zandwegen bloeien in de zomermaanden kleurrijke planten. Het grasklokje is een mooi voorbeeld daarvan. Met zijn blauwe bellen zorgt het voor wat kleur in de toch vrij dorre begroeiing. In het verleden zijn onze buurtbewoners er al eens op aangesproken dat deze bloeiende bermen erg waardevol zijn en dat er met maaien voorzichtig moet worden omgesprongen. Nu heeft een graafmachine onder de afrastering door al het fraais weg gehapt. Waarschijnlijk wist deze machinist van niets.

Op andere plaatsen wordt maar heel af en toe gemaaid. Daarvoor is voor het beheer waarschijnlijk de kalender ter hand genomen. In week 26 moeten op bepaalde plaatsen de bermen gemaaid worden. Niet elk jaar gaat de natuurontwikkeling volgens het schema. Dit jaar liep de natuur weken achter. Toch werden de bermen op tijd gemaaid. Ik ben blij dat ik vorig jaar de zaden van de Gele Morgenster heb verzameld. Dit jaar kwam hij niet toe aan zijn bloei.

Bijenkorf

Sinds een paar maanden staat er bij ons in de tuin een bijenkorf. Regelmatig komt de imker kijken of zijn volk zich goed ontwikkelt en of de werksters hun werk naar behoren doen en wordt me tevens een blik in de kast gegund. Regelmatig komt het voor dat er buiten de kast weinig activiteit is. Binnenin is er grote bedrijvigheid. Maar vooral als er een nieuwe voedselbron gevonden is, wordt er druk gecommuniceerd. De bijen vliegen dan rondjes in de vorm van een acht voor de kast. In perioden van veel bloei, zoals het geval is bij de bloei van de fruitbomen, de acacia’s en de heide is er een enorme productie. Het gouden goed wordt met grote spoed binnengehaald. In de bijenkast ontstaat een grote bedrijvigheid, vooral met het voeden van de moerdoppen.

Misschien kwam daardoor wel de volgende associatie tot stand.

Toen we hier kwamen wonen werd het huidige kantoorgebouwtje aan de Donderbergweg bewoond door een jong echtpaar met twee kindertjes. De man had een baan bij Staatbosbeheer. In die tijd was de computer nog niet ingeburgerd en de paar boswachters die hier in het gebied werkzaam waren hadden hun werkplek in een oude schuur achter de oude boswachters woning. Omdat de meeste boswachters en bosarbeiders hier uit de buurt afkomstig waren, reden de boswachters met een brommertje rond. De meeste toegangswegen in en naar het bos waren met een slagboom afgesloten.

Niet lang daarna kwam de boswachters woning vrij en werden er grote verbouwingen gepleegd. Het werd een heus kantoor en ook vanuit andere natuurgebieden werden mensen hier ingezet. De kleine dienstwagen werd vervangen en een groter aantal boswachters reden met grote regelmaat met de auto het bos in. De slagbomen stonden daarbij in de weg, dus ze verdwenen op veel plaatsen. De computer deed zijn intrede. Er moest gewerkt worden, maar vooral op kantoor. De dienstauto’s moesten hun kilometers maken en als bijen in een korf zwermden de auto’s uit over de zandpaden. Grote terreinwagens met soms alleen maar een schepje en een kruiwagen aan boord. De dienstauto’s bleven, het personeel werd ingekrompen. Stagiaires kwamen en mochten regelmatig een ritje maken met de terreinwagens. Het paard moet af en toe eens van stal! Ons rustige zandpad werd steeds drukker bereden. Het is me niet altijd duidelijk geworden waar de wagens met hun geringe last zo vaak en zo snel naar toe moesten.

Gelukkig is door bezuinigingen het wagenpark gereduceerd. De meeste boswachters doen hun werk op kantoor.

Toch kijk ik met weemoed terug naar de tijd dat er af en toe een boswachter op zijn fiets langskwam. Of te paard, want één van de boswachters heeft eens besloten dat dit dè manier was om het natuurterrein te bewaken. Het paard werd ziek en ging dood. Het is niet vervangen. De auto’s steeds wel.

3 september 2013

Biodiversiteit

We wonen en kunnen recreëren in een bijzonder stukje Nederland. Er zijn veel verschillende landschapstypen rondom de stad. De polders, het rivierengebied, de stuwwallen, de zandgronden van Heumensoord en de vennen. Nijmegenaren kwamen vroeger ook vaker in dit stukje natuur dat ontstaan is tussen de grote rivieren. Aan het eind van de negentiende eeuw is begonnen met de aanplant van naaldhout, dit om hout voor de mijnindustrie te produceren. Deze aanplant van bos op de woeste gronden heeft tot in de jaren vijftig voortgeduurd. Inmiddels werden de mijnen gesloten waardoor de bossen waardeloos werden. Althans, voor het onderhoud werd nauwelijks meer gezorgd. dit leidde er toe dat nog overal in Nederland grote percelen bos alleen maar bestaan uit stakerige naaldbomen waaronder niets meer groeit. Gelukkig heeft Staatbosbeheer wel door de jaren heen voor dunning en omvorming naar loofhout gezorgd. Hierdoor ontstond op de meeste plaatsen toch een bos wat de moeite waard was om in te verblijven. Zeker rond het Uiversnest zijn de naaldbomen erg karakteristiek geworden. Ook hebben vliegdennen op verschillende plekken een mooie struikvorm kunnen aannemen.

In het zaaigoed van de dennen hebben ook speciale zaden gezeten. Daar getuigen nog een aantal bomen die tot nu toe de kap hebben weten te ontkomen. Op een aantal nattere stukken konden de Laryxen groeien. Mooie bomen die in het voorjaar een diffus groen licht verspreiden als hun naalden weer uitlopen. Helaas zijn deze bomen niet gewild door de beheerders van het bos. Ze gaan verdwijnen.

Aan de Botersnijder staan een stuk of acht Californische dennen. Hoog uittorenend boven de reeds gekaalde heuvel. In 2005 is dit stukje bos bij het ven uitverkozen tot het mooiste stukje natuur van de gemeente Heumen. Maar dat was voor de kap. Doordat zich in de bomen nesten bevonden of ze gebruikt werden door de boomvalk die zijn jachtgebied boven het ven had en doordat zich er een bijzondere zwam bevond, de Ridderzwam, zijn deze bomen blijven staan. Verschillende natuurgroeperingen hebben zich met deze besluitvorming bemoeid. Misschien dat bij deze kapronde toch de meeste gaan sneuvelen. Misschien blijven drie vitale bomen staan.

In dit zelfde bosje staan twee Pekdennen. Een ervan staat aan het wandelpad dat leidt naar het uitzichtspunt. Hij heeft een heel speciale vorm en zijn voet is breed uitgegroeid. De andere Pekden staat aan de rand. Hij mag ook blijven. Hij is te herkennen aan de plukjes naalden die langs de hele stam groeien. Of hij zal overleven is de vraag. Zijn buurbomen blijven maar deels staan en misschien kan hij de volle wind niet verdragen.

Verder zijn uit het zaad enkele zeedennen ontstaan. Ook die hebben bij de Botersnijder groot kunnen worden. Ze zijn in ieder geval bestand tegen veel wind. De grootste is al zes jaar geleden omgezaagd. verder zijn er Corsikaanse dennen met hun grote dennenappels te vinden. Mooie bomen die, als ze uitgegroeid zijn, prachtige sterke en rechte stammen hebben. Goed voor de mastindustrie.

De echte biodiversiteit is niet op de stuifduinen te vinden. Door de jaren heen is bij de Botersnijder-Zuid natte heidevegatie gebleven. In het voorjaar volgen de kleuren elkaar op. Het veenmos dat na de winter weer zijn pasteltinten aan neemt, het Veenpluis dat wit wuift in de wind, daarna het geel van Beenbreek en nu, terwijl het water zich terug trekt, het rood van de Zonnendauw. Ook de verschillende heidesoorten tonen hun verschillende kleuren paars. Voor kenners is er nog veel meer te vinden. Zo moet het op veel meer plaatsen gaan worden. En zolang er voldoende water is, zal dat best gaan lukken. Hoe het met de hogere droge stuifduinen zal gaan is nog onzeker. Voor een snellere ontwikkeling zal de mens toch enige hulp moeten bieden. Hopelijk is daar ook nog geld voor.

7 september 2013

Blauw

Zelfs op deze eerste zaterdag wordt er lang en hard gewerkt. Overal in het gebied zijn de grote gravers en schuivers druk in de weer het landschap te transformeren. De versnipperaar verwerkt het groen tot hapklare brokken. Het zal worden gebruikt voor de opwekking van groene stroom! Een hele geruststelling. Op de kale stukken staat hier en daar een plukje restbegroeiing , daar waar eerst een dicht bos te vinden was. Het landschap ligt er erg naakt bij. Volgens de uitvoerende instantie zou bij elk te kappen perceel ca 10% van de begroeiing blijven staan. Volgens mij is 10 % hetzelfde als 1/10e deel. Ik kan waarschijnlijk niet zo goed rekenen.

Langs de Walrickweg is een stukje van de bosrand blijven staan. Er staat iets van deze bosrand af een hoge stakerige den met een blauwe stip. Waarom nou juist deze boom is blijven staan, zal voor de meeste mensen een groot vraagteken zijn. Voor de insiders is het wel een teken. Een foutje. De oppassers waren op het kapmoment waarschijnlijk even koffiedrinken. Deze boom vormde een begrenzing. Naar de volgende blauwe stip. Alles daartussenin had moeten blijven staan. Maar helaas, het was niet duidelijk aangegeven. Weer wat meer brand - en pallethout. We hebben heel wat uren met en zonder boswachter in het bos rondgelopen om een uitgekiende kap voor te bereiden. We waren bang voor vergissingen. Maar een lint spannen zou de processor te veel beperken.

Volgens mij kent een processor geen beperkingen. Hij heeft honger! Naar meer!

februari 2011

Een brief

Vlak na de ontluisterende excursie met medewerkers van de bosgroep kreeg ik via de post het informatieblaadje van Staatsbosbeheer toegestuurd. Bij de tweede bladzijde stond een mooie column van een van directeuren, Chris Kalden, waarin hij de nieuwe aanpak van Staatsbosbeheer uit de doeken deed. Dit artikel stond haaks op hetgeen wij als bewoners, maar ook de groeperingen vanuit Wijchen en Nijmegen hadden ervaren bij de presentatie van het bosomvormplan.

Heel impulsief heb ik deze man een openhartige brief geschreven in de hoop enige respons te krijgen. Tegelijkertijd verscheen vanuit de groeperingen vanuit Nijmegen een groot protest tegen de boskap. In eerste instantie werd mijn brief ontvangen en afgedaan met de mededeling dat men blij was dat ik zo begaan was met het gebied, maar dat men toch bij deze instantie wel wist waar men mee bezig was. Gelukkig heeft deze brief wel geleid tot discussie binnen het instituut, hetgeen tot gevolg heeft gehad dat men vrij snel hierna besloot de hoeveelheid te kappen bos te halveren.

Overasselt, 24-02-2011

Geachte heer Chris Kalden,

Naar aanleiding van uw voorwoord in het laatste magazine van Staatsbosbeheer wil ik reageren op de laatste alinea waarin u de nieuwe vorm van beheren uitlegt.

Het moet ecologisch verantwoord zijn, maatschappelijk gedragen en economisch renderend zijn.

U zult ongetwijfeld op de hoogte zijn van alle problematiek rondom de Overasseltse en Hatertse Vennen. Sinds de aankoop van het gebied in de zestiger jaren is een deel van het bos gekapt en omgevormd tot heide. Vanaf 1999 tot 2005 is er weer bomenkap geweest, maar is door achterstallig beheer geen heideontwikkeling meer tot stand gekomen. Ook zijn vele vennen en venranden al meer dan twintig jaar niet meer onderhouden op het gebied van opslag. Dit had verdroging, lees verlanden, van het gebied tot gevolg, terwijl nu ten onrechte gesteld wordt, dat de belangrijkste oorzaak van deze verdroging de naaldbomen zijn.

De aanpak om het gebied tegen deze verdroging te behoeden resulteerde uiteindelijk in een samenwerking van SBB met het waterschap om de grondwaterpeil te verhogen en de ontwikkeling van de visie om nagenoeg al het bos, waaronder ca. 100.000 naaldbomen, te kappen.

Het allerbelangrijkste feit, dat de vennen gevoed worden door regenwater, is grotendeels buiten beschouwing gelaten. Inmiddels is de ontwatering van het gebied al door diverse maatregelen grotendeels gestopt, hetgeen resulteert in het zelfs overlopen van de hoogst gelegen vennen en hebben een aantal bewoners van dit gebied nu al te maken met wateroverlast.

Dit gebied is de achtertuin van de gemeenten Nijmegen en Wijchen. Dat betekent, dat honderdduizenden mensen dit gebied jaarlijks bezoeken. Volgens de peiling van onze bewonersstichting wordt de bomenkap en de daarbij behorende omvorming absoluut niet gedragen. Ook de bewonersstichtingen van de wijken in de Dukenburg geven aan dat hun leden geen bosomvorming willen. Men wil een prachtig gebied met veelzijdige begroeiing niet kwijt. Dat er veel naaldbomen gekapt moeten worden met name dicht bij de vennen is niet het grootste probleem. Wel dat door de reeds uitgevoerde bomenkap ontzettend veel overlast van verkeer, zowel visueel als hoorbaar, is gekomen hetgeen nog veel erger wordt als alle volgende plannen uitgevoerd gaan worden.

Het verdwijnen van veel bosbiotopen met bijbehorende flora en fauna is een grote verarming voor het gebied. Dit wordt niet goed gemaakt met een buitengewoon onderhoudsgevoelige heidevegetatie met een veel minder veelzijdige fauna. Nu al is het onderhoud op de reeds gekaalde stukken onvoldoende. De opslag van jonge berken en naaldhout had al lang verwijderd moeten worden. Als gewacht wordt tot de boompjes een paar jaar oud zijn, kost het veel meer tijd en energie om ze te verwijderen. Het plaggen is op veel plaatsen zo diep gegaan dat het stuifzand bloot ligt waarop zich geen heide meer kan ontwikkelen. Ik kan nog veel meer zaken opnoemen waarbij het beheer volstrekt niet in de lijn van de gemaakte plannen ligt. Een voorbeeld: er is in het verleden op veel plaatsen te veel dood hout blijven liggen. Door de mineralisatie van de bodem is dit een ideale groeiplaats voor bramen geworden. Ook het dumpen van geplagde grond in het gebied heeft geleid tot een verstoring van het landschap en van de bodem.

In het een paar jaar geleden opgerichte vennenplatform, o.a. bestaande uit afgevaardigden van bewoners van het gebied en omliggende wijken van Nijmegen heeft men aangegeven dat men het niet eens is met de plannen. Op papier hebben we mee mogen denken maar alles lag en ligt duidelijk van tevoren al vast. Ook hebben we aangedrongen op grotere fasering. De tijdslimiet 2013 moet veel verder verschoven worden.

Wij zien met angst en beven tegemoet dat onze bosgebiedjes nagenoeg verdwijnen en we daar een gebied voor terug krijgen dat nog het meest weg heeft van een golfbaan en waar het verkeerslawaai van de A73 de natuurbeleving erg vermindert en waarin het verkeer op de wegen die het gebied doorkruisen duidelijk aanwezig is, hoorbaar maar vooral zichtbaar.

Kortom, dit project wordt niet maatschappelijk gedragen, is en wordt erg geldverslindend en zal in de toekomst niets meer opbrengen, dus niet economisch renderend. Er zal vooral veel irritatie over niet goed uitgevoerde maatregelen en het verlies van een veelzijdig natuurgebied zijn.

Op papier ziet alles er prachtig uit. De praktijk heeft helaas inmiddels al laten zien dat veel meer zaken niet voorzien zijn of anders uitpakken door onkunde, onjuiste informatie, geldgebrek, of miscommunicatie.

Hoogachtend,

Drs. Machteld Meij,
biologe en bewoonster van dit vennengebied

Binnenkort ook via Apple Boeken
De boeken zijn verkrijgbaar via de auteur
Rsvp